Op de brede vensterbank van een huisje in het bos staat een smalle, rode doos.
Muis snuift: ‘Wat ruik ik daar? Kaas! Er zit kaas in die doos!’ Muis strekt zijn pootjes uit, maar hij kan er niet bij.
‘Wat ruik ik daar?’ zegt Eekhoorn. ‘Noten! Er zitten noten in die doos!’
Kan Eekhoorn er wel bij? Of Zwijntje? Of de fazanten? En wat zit er in die geheimzinnige rode doos?

Een speels en leerzaam prentenboek. Het sluit aan bij wat kleuters op school leren over hoog en laag, dichtbij en ver weg en groot en klein.

(vanaf 4 jaar)

Mijn vader is tekenaar. Al toen hij klein was zat hij elke dag met zijn kleurpotloden in zijn kamertje. Hij maakte de ene tekening na de andere, dag in dag uit, jaar in jaar uit, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. En toen mijn vader groot was, tekende hij nog steeds. Een koning, een jongen met een vlieger, een krokodil en een olifant. En zomaar op een dag, ineens… een kikker!

(vanaf 4 jaar) 

‘Zeg Kikker?’ vroeg Rat. ‘Ken jij alle letters al?’
‘Jazeker,’ antwoordde Kikker. ‘Ik ken ze bijna allemaal. Jij toch ook?’
‘Natuurlijk,’ zei Rat. ‘Maar laat jij maar eens horen wat je weet.’
‘A is de a van alfabet,’ zei Kikker.
‘Dat zijn alle letters die er bestaan.’
‘Weet ik,’ zei Rat. ‘Maar de a is ook de a van avontuur…’

(vanaf 4 jaar)

Lodewijk Laadklep Junior vindt het heerlijk om met zijn eten te knoeien.
En hij houdt van vies… Vies lust hij altijd!
Als hij na het eten buiten mag spelen zegt papa Laadklep:
‘Vooruit dan, nog heel even. Maar je weet het, he?
Snaveltje dicht!’
Maar dat hoort Lodewijk al niet meer…

(vanaf 4 jaar)

Wat kan Kareltje Knap al veel! Hij kan voetballen, een kip van het dak redden, klokkijken, en hij kent alle kleuren al. Tenminste, dat zegt zijn trotse papa. Papa’s knappe Kareltje kan alles!
En kijk eens wat een prachtige tekening hij heeft gemaakt! Papa vindt dat niemand zo mooi kan tekenen als Kareltje.
Maar wat heeft Kareltje eigenlijk precies getekend? Een donker bos vol wilde dieren? ‘Fout!’ zegt Kareltje. Een doodsbang jongetje in een boot op zee? ‘Fout!’ zegt Kareltje.
Is er dan niemand die het ziet?
Een vrolijk verhaal vol woorden die kinderen zelf kunnen lezen. Ontdek de woorden in het verhaal en in de prenten: jas, pet, bal, net…

(vanaf 4 jaar)

‘Daar gaan we dan, de trein vertrekt!’
‘Wacht op mij, wacht op mij! Is er nog een plekje vrij?’
Ja hoor, stap maar in en rij maar mee. Plek genoeg in de trein, ook voor Pim Piraat, de dikke man, de koningin en…
Nee maar! Dierenvriend, wat heb jij nou meegebracht? Wat is dat voor gevaarlijk beest?
HELP!!! Een vrolijk verhaal vol woorden die kleuters zelf kunnen lezen.
Op iedere bladzijde stapt een passagier in de trein, met als bagage een aantal woorden. Ontdek de woorden in het verhaal en in de prenten. Zoek bij wie de woorden horen. 
Een boek om talloze keren samen te lezen en te bekijken, en bovendien een speelse voorbereiding op het zelfstandig lezen.

Met prenten van Els Vermeltfoort.

(vanaf 4 jaar)

Omdat juf Wendy ziek is, komt meester Max invallen in groep twee. En dat valt in het begin niet mee. Want kleuters doen alles anders dan grote mensen graag zouden willen. Veters strikken, blubberkastelen, melk met beestjes, losse tanden, een toneelstuk spelen voor de vaders en moeders, luizen op hoofden – er gebeurt zoveel in een kleuterklas. Niemand weet dat beter dan Rindert Kromhout, want hij is zelf kleuterleider geweest.
Maar Meester Max krijgt de smaak te pakken. Het duurt dan ook niet lang of hij wil nooit meer weg uit deze klas vol minimonsters…

(vanaf 4 jaar)

‘Jongens, wat groeien jullie hard,’ zegt meester Max. ‘Jullie zijn echte reuzen aan het worden.’
‘Weet ik,’ zegt Pieter. ”Wij zijn heus geen kleine kleuters meer hoor, meester.’
‘Nee,’ zegt Bram, ‘Wij zijn reuzenkleuters.’
Reuzenkleuters Bram en Pieter voelen zich geweldig groot nu ze over een paar maanden naar groep drie gaan.
Ze willen geen kleuterspelletjes meer doen, ze willen leren lezen en schrijven. Ze willen zonder hulp in het klimrek en ze hoeven echt niet meer te worden voorgelezen,
want daar zijn ze veel te oud voor! Het liefst zouden ze meteen al naar groep drie gaan, ze kunnen gewoon niet wachten tot het zover is. Totdat ze ontdekken dat meester Max dan hun meester niet meer zal zijn, want meester Max blijft in groep twee.
En dan weten ze ineens niet meer zo zeker of het wel zo fijn is om een reuzenkleuter te zijn…

(vanaf 5 jaar)

Over het meisje Merel heeft Rindert Kromhout tussen 1982 en 1987 vijf kleine boeken met voorleesverhalen geschreven. Die boekjes zijn allang niet meer te koop. Maar al die verhalen samen zijn nu te lezen in het superdikke Het grote boek van Merel!

Merels grote vriend is haar vader, dat weet iedereen die weleens een verhaal over Merel heeft gehoord. Nou ja, haar nog grotere vriend is haar speelgoedhond Alexander, want die doet altijd precies wat Merel wil.

In dit Grote Boek zijn de vierentachtig verhalen bijeengebracht die Rindert Kromhout over Merel heeft geschreven: over Jantje, het blote buurjongetje dat voortdurend ontsnapt als hij in bad moet; over Jongetje Pongetje, en Ietje en Fietje; over Erikje, die het liefst de hele dag alleen maar vieze woorden wil zeggen; over zo’n grote plas in bed doen dat je bed er als een bootje in kan varen; en over Jolanda, het kastanjeboommeisje, dat altijd probeert de baas over Merel te spelen. Maar ja, dan kent ze Merel nog niet!

(vanaf 4 jaar)

Daar zit Aap dan. Hij krijgt een brief, maar hij kan nog niet lezen. Wat nu?

Zijn vriend Bok moet hem helpen. Want die leert al wel lezen. Maar kent Bok genoeg woorden om de inhoud van de brief te begrijpen?

Een geestig prentenboek over de kunst van het leren lezen.

(vanaf 4 jaar)

Kleine Ezel vindt zichzelf al geweldig groot, mamma Ezel hoeft hem heus nergens mee te helpen. Hij wil alles zelf doen! Zelf aankleden, zelf zijn pap eten, helemaal alleen de wijde wereld ontdekken…

Als mamma Ezel een avondje uit gaat, hoeft Kip echt niet te komen oppassen. Kleine Ezel kan best alleen thuisblijven, en dan mag zijn vriendje Jakkie komen spelen!
Maar als Kleine Ezel op een dag op reis wil naar zijn pappa, mag mamma Ezel wel mee, want alleen zij weet waar ze pappa Ezel kunnen vinden…

Drie heerlijke voorleesverhalen!

Kleine Ezel is een vrolijk en herkenbaar vriendje voor kinderen en hun ouders.

(vanaf 4 jaar)

Kleine Ezels vriend Jakkie is jarig en kleine Ezel gaat een cadeautje voor hem kopen. Hij kiest een vlieger uit, een prachtige rode vlieger met een staart eraan.

Wat een mooie vlieger! vindt Kleine Ezel. Eigenlijk zonde om hem aan Jakkie te geven…

(vanaf 3 jaar)

Arme Kleine Ezel! Zijn vriendje Jakkie wil liever met Kleine Ibis spelen, want zij heeft een nieuwe kiepauto. Heel alleen blijft Kleine Ezel achter.

‘Mamma?’ vraagt hij. ‘Krijg ik ook een kiepauto?’
Maar mamma Ezel heeft geen tijd voor hem. Er is namelijk iets verschrikkelijks gebeurd: in een storm is een sok van het boebeest Maraboe weggewaaid uit haar sokkenwasserij.
Wat zal Maraboe boos zijn als mamma die sok niet terugvindt! En als dat grote beest eenmaal boos is…

* Gebaseerd op de musical KLEINE EZEL, die Rindert voor Theater Terra heeft geschreven.

(vanaf 4 jaar)

‘Durf jij over die tak te lopen?’ vraagt Jakkie.

Kleine Ezel aarzelt. De tak is dun en het water is koud.
Maar Quetzal zegt: ‘Ik durf het best.
Quetzal is een prachtige vogel, en hij durft alles. Een heel hoog dak op klauteren. Belletje trekken bij het huis van Das. Echt alles. Zelfs een donkere grot in gaan…
Kleine Ezel wil ook graag alles durven. Dapper loopt hij achter Quetzal aan.
Had hij dat maar niet gedaan!

Lees ook:
Kleine Ezel en Sinterklaas
Kleine Ezel viert kerstfeest

(vanaf 4 jaar)

‘Goeie auto, zeg!’ roept Schaapje uit.

Gauw rijden Kleine Ezel en Jakkie weg, want Schaapje mag niet meedoen. Hij ruikt vies en is altijd stout. Als er iets kapot gaat of kwijt raakt, heeft Schaapje het gedaan. Altijd.
Kijk nou toch eens! Een groot gat in de tent van Feestvarken, wat verschrikkelijk!
Wie heeft dat gedaan? Schaapje natuurlijk! Nu moet hij naar de gevangenis!
Echt waar, Kleine Ezel? Heeft Schaapje die tent kapot gemaakt?

(vanaf 4 jaar)

Meester Max en zijn klas vol minimonsters.
Het eigenwijze meisje Merel en haar speelgoedhond Alexander.
Het vrolijke tweetal Bil en Wil.
Kleine Ezel en zijn vrienden.
In GROTE HELDEN kom je ze allemaal tegen. Een dik boek vol verhalen die nooit eerder in de winkel te koop waren, of die allang waren uitverkocht.

(vanaf 4 jaar)

Een poppenspelpakket voor het kleuteronderwijs. 

Een boek met poppenkastverhalen, een tafelpoppenkast (verteltheater), zes poppen, en bijbehorende decors en attributen.

Kleuters en poppenspel horen bij elkaar. Dit pakket bevat een boek met nieuwe, eigentijdse poppenspelverhalen waarin we kennismaken met Leentje en Beentje en hun vrienden Bazige Bert, Rillende Rietje, Nieuwsgierige Aagje en Lange Henkie.

De meeste verhalen zijn vrij kort en door 1 speler in de klas te spelen: in de kring of met het verteltheater. De speeltijd is ongeveer tien minuten. Deze verhalen zijn prima te gebruiken als inleiding op een thema of om bepaalde emoties bespreekbaar te maken.

Ook vindt u in de bundel enkele langere verhalen voor twee spelers. Deze verhalen zijn speciaal bedoeld om in de grote poppenkast te spelen op de feestelijke momenten van het jaar.

(vanaf 4 jaar)

In dit kloeke boek staan 25 prachtige voorleesverhalen over Leentje en Beentje en hun vrienden Bazige Bert, Rillende Rietje, Nieuwsgierige Aagje en Lange Henkie. Het is een feest om dit boek aan kleuters voor te lezen. Herkenbare en vooral ook grappige verhalen over bekende kleuterthema’s zoals cadeautjes krijgen, bang zijn, de baas spelen, heimwee hebben, nieuwsgierig zijn. Met tekeningen in kleur van Jan Jutte.

(vanaf 4 jaar)

Kijk, daar gaat Ganzelot, op weg naar de markt. Zijn zussen hadden eieren gelegd en die ging hij nu verkopen. Het was herfst en de familie Gans wilde met vakantie naar het zuiden. Ze hadden geld nodig voor onderweg, vandaar dus die eieren.

Het zuiden! dacht Ganzelot. Wat zouden ze een fijne avonturen gaan beleven.
EEN GOUDEN BOEKJE

(vanaf 4 jaar)